Kelly, Rob, Noortje, Odette … Ze krijgen allemaal onderdak bij Gregory Debruyne (28) en Elouise Calcoen (26), in de Oostduinkerkse hofstee waar Gregory zijn vader Bernard vroeger met zijn dieren woonde. Hij erfde ook zijn passie voor de paardenvisserij en het authentieke boerenleven. “Als het van mij afhing, deden we het hier nog steeds zoals vroeger.”
Beestig mooi verhaal
Na de gedeelde liefde voor paarden en de KLJ, vonden Gregory en Elouise ook de liefde voor elkaar. “Als kleuter zat ik al op mijn eigen pony en Gregory ging als kind met het boerenpaard van zijn vader mee naar zee. Zoveel jaren later werd hij zelf een paardenvisser en ik ‘Mieke Garnaal’. Nu zijn wij al negen jaar samen”, glundert Elouise. Zij werkt in een kinderopvang, hij als zelfstandige in de (land)bouw. “Kindjes hebben wij nog niet, maar we zorgen hier wel voor onze hond, twee paarden, een pony, kippen en eenden. Een grote beestenbende dus, al liepen hier vroeger ook nog geiten, varkens en konijnen rond”, pikt Gregory in.
Geiten voor een goed rapport
Gregory heeft soms heimwee naar ‘die goeie ouwe tijd’. “Ik herinner mij nog dat ik eens drie geiten kreeg voor mijn goed rapport. Twee vrouwtjes en een bok. Twee jaar later liepen hier meer dan tien lammetjes rond ... We slachtten, aten en verkochten die toen zelf, net als de varkens die we kweekten. Nu mag dat natuurlijk niet meer”, mist Gregory het zelfvoorzienend leven. Al heeft hij daar de tijd niet voor. "Om 5.15 uur sta ik op om de dieren te voederen, vers water te geven en de stallen uit te mesten. In de zomer hebben we er weliswaar minder werk aan, want dan lopen de beesten vrij rond in de weide.”
Magere vangst en troost
Ook het paardenvissen is volgens Gregory niet meer wat het geweest is. "De jongste jaren vinden we bijna niks meer in onze netten. Een hele zondag op zee zitten om slechts met twee kilogram thuis te komen, dat loont de moeite niet”, geeft hij met spijt in het hart toe. “Gelukkig snapt Elouise mijn passie, anders valt het niet vol te houden. Ook mijn vader ging ermee door, tot hij de kracht niet meer had om alleen zijn paard te bestijgen. Hij was een harde man, maar telkens hij mij zag passeren om te gaan vissen, brak zijn hart. Hier kunnen we de herinnering aan hem – en zijn manier van leven – levendig houden.