Kind van de zee Eliza De Waele neemt ons mee in haar gedachtenstroom rond het thema van elke editie. Ze woont en onderneemt aan onze Westkust en houdt van woorden, wandelen en de wind. Ze eet alles en kan niet leven zonder haar gezin. Our kind of people dus! Deze keer gooit ze haar licht op bouwen en vertelt ze je hoe intens dat ook verscholen kan zitten in het leven.
Ongeveer tien jaar geleden kochten mijn lief en ik ons huis in Koksijde. Dat had op dat moment een goeie twintig jaar leeggestaan. De tuin was zo dichtgegroeid dat we het einde ervan pas hebben ontdekt als we het al hadden gekocht. Zoals in zoveel Vlaamse woningen schakelden koterijen zich trapsgewijs aaneen. De funderingen bestonden uit Noordzee-zand en water vond je er via de gietijzeren groene waterpomp. Ik weet nog goed dat ik er de eerste keer rondliep en ondanks alle gebreken bijna ogenblikkelijk de mogelijkheden zag. Al waren het lief en ik op dat moment eigenlijk nog niet op zoek naar een woning, ik voelde hem plots, die baksteen in mijn maag. Wat volgde was een 365 dagen durende rollercoaster van mortel, tranen, stof en trots. Mensen die al gerenoveerd hebben voelen instant waar ik het over heb.
Verbouwen dat is in eerste instantie strippen. Je ontdoen van al het overbodige en overhouden van het noodzakelijke. Durven kijken naar wat de woning echt tekent, de ziel blootleggen en van daaruit opnieuw starten. Wederopbouwen vanuit de kern. Toevoegen wat de woning sterker, duurzamer en comfortabeler maakt. We maken daartoe meestal een duidelijk en overzichtelijk plan. Maar iedereen die ooit heeft verbouwt weet ook dat dat plan gaandeweg dient te worden bijgesteld. Want dat proces is niet rechtlijnig. Altijd zijn er putten en vlekken en gaten die niet waren voorzien. Die je pas ontdekt door met je blote handen door het stof te graven.
Dat verbouwproces klinkt vast elk van jullie bekend in de oren. Of je nu al zelf hebt gerenoveerd of niet, bouwen doen we allemaal, elke dag. Aan onze ambities, aan onze gezinnen en relaties, aan onze carrieres. We bouwen omdat we in iets geloven, een ander einddoel voor ogen hebben. We strippen en we graven tot het goed voelt, tot het juist voelt. Ook als we bouwen aan onze dromen gaat niet altijd alles volgens plan. En laat mij je vertellen dat dat zo hoort te zijn, want groeien doen we niet binnen de grenzen van onze comfortzone. Groeien dat doe je als je met je blote handen door het stof graaft. Groeien, bouwen en dromen verwezelijken dat doe je als je durft strippen. Durft kijken naar de kern, naar wat kwetsbaar is. Als je vanuit die plek kunt bouwen dan doe je dat authentiek. Door dicht bij jezelf te blijven en te voelen wat voor jou past.
Want iedereen weet dat je vocht in de muren niet verhelpt door er met gesloten ogen een nieuw kleurtje overheen te verven. Ik hoop dat als je ooit op een gapend gat in je toekomstdroom stuit je het niet gewoon angstig dicht timmert. Ik hoop dat je de moed vindt om het te onderzoeken, te bekijken welke mortel of pleister je precies nodig hebt om dat gat te vullen, dat je hulp vraagt van een specialist als je er zelf geen beginnen aan ziet. Zodat dat gat, na wat droogtijd en een likje verf, misschien amper nog te zien is. Zodat het, na de juiste zorgen, weer jarenlang mee kan. Misschien is het nadien zelfs zoveel mooier en authentieker dan voor heen. Want zeg nu zelf, er is weinig charmanter dan een huis boordevol aandoenlijke anecdotes en verborgen verhalen, toch?
E.