Elke dag is er wel ergens een markt, maar iedere week stopt er een marktkramer. Toch vonden we een enthousiast en jong duo, op de markt van De Panne, dat gesmolten is voor de job en de vroege uurtjes. Laurien Vereecke (28) en Brecht Tieberghien (28) van de Kazerie doen zeven markten per week en denken allesbehalve aan stoppen. Wat is er zo brie-ljant aan?
Kaas is baas
“Het was niet onze droomjob, maar na twee jaar is het er wel een geworden”, straalt Laurien. “Ik heb handelswetenschappen gestudeerd en Brecht marketing, maar na onze studies wilden we al snel zelfstandig worden. Zowel mijn ouders als mijn grootvader waren marktkramers en ikzelf ben ook altijd jobstudent geweest in een kaaskraam, dus zo ging de (kaas)bal al snel aan het rollen. Ik ben vooral zelf een fervente kaaseter, en het liefst van die sterke, Zwitserse bergkazen”, begint ze al te watertanden. “Al heb ik nu even last van een overkill”, lacht Laurien. “Mijn papa komt ons trouwens nog geregeld uithoren en mijn mama helpt mee wanneer we geen flexi vinden.”
Eventjes slaap boven vrienden
“De avond voordien bereiden we alles voor, om rond 5 uur ’s morgens meteen te kunnen vertrekken. Eenmaal toegekomen op de markt duurt het een anderhalf uur om alles uit te stallen. We snijden namelijk van alle kaas en charcuterie het eerste, uitgedroogde, schelletje af, waar veel tijd in kruipt. Om 14 uur vertrekken we terug naar huis, waar we onmiddellijk alles aanvullen, en rond 17.30 uur zit onze werkdag erop. Klokje rond dus”, zucht ze met de glimlach. “We doen zeven markten per week, waarvan twee op vrijdag. We werken dus 6 op 7 en zijn thuis op maandag. Het eerste jaar hebben we bijna niet met onze vrienden afgesproken. Supererg, maar ik kroop soms om 20.30 uur in mijn bed. Nu proberen we die schade in te halen.”
Geen grammetje spijt
“We wisten eigenlijk niet of het iets voor ons ging zijn, maar nu hebben we echt onze draai gevonden. Als marktkramer ben je niet gebonden aan een vaste locatie of uurrooster en die vrijheid vind ik er zo leuk aan. Het is ook een zeer sociale job”, boft Laurien. “Ik vind het dan weer zalig om te zien hoe het cliënteel van markt tot markt verschilt. De Panne, Oostende en Brugge zijn onze drie favoriete markten, en niet omdat ik Club-supporter ben”, knipoogt Brecht. “Daar hangt vakantie in de lucht, maar helaas verdwijnen marktkramers als sneeuw voor de zon. Je moet willen werken, maar het is echt leuk om te doen. Iedereen welkom dus, behalve met een kaaskraam”, grappen ze.