Drie jonge en drie ervaren meesters en juffen blikken terug én vooruit. Wat leren ze van elkaar, welke regels zouden zij zelf invoeren en hoe behandelen ze het onderwerp sociale media? De liefde voor het vak is alvast hun gemeenschappelijke deler.
Jens Goudeseune (31) uit Veurne
Sint-Bernarduscollege in Nieuwpoort
Jens staat al bijna een decennium voor de klas. Hij geeft wetenschappen en aardrijkskunde, van het eerste tot vierde middelbaar. “Een leuke uitdaging. Na hun proclamatie gaan we zelfs samen iets drinken.” In tien jaar tijd zag hij veel veranderen. “Steeds meer multiculturele jongeren vinden de weg naar onze school. Heel verrijkend, maar hun beperkte woordenschat vraagt meer tijd dan het systeem helaas toelaat.” Hij merkt ook dat ouders zeer verschillend omgaan met schoolzaken. “De ene vraagt bij elk puntje uitleg, de andere vertrouwt erop dat de boekentas zich vanzelf vult.” Tegelijk ziet hij de invloed van sociale media-ban. “Sinds gsm’s bij ons verboden zijn, ontstaan er meer koppeltjes en spelen leerlingen van verschillende jaren samen.” Frustratie voelt Jens enkel hogerop. “Leerplannen veranderen soms vijf keer per jaar en ondanks de onzekere toekomst van digitale leermiddelen maken krijtborden plaats voor flatscreens.” Zijn advies voor starters? “Blijf dicht bij je gasten en geef je idealen niet op.”
Sophie Vanden Bussche (27) uit Oostduinkerke
Buitengewoon lager onderwijs in ‘t Brugje in Veurne
In haar klas van negen elfjarigen met autisme voelt Sophie zich helemaal thuis. Deuren staan er letterlijk én figuurlijk open. Zo leerde ze van oudere collega’s los te laten en niets persoonlijk te nemen. “Je kan niet alles op één dag veranderen. Maar als je dan plots een knuffel krijgt of een oefening eindelijk lukt, is de voldoening des te groter.” Omgekeerd helpt zij hen digitaal vooruit. “Ik heb bijvoorbeeld uitgelegd hoe Kahoot! werkt, een quizplatform dat kinderen geweldig vinden.” Digitalisering is volgens haar een troef – voor inspiratie, lesmateriaal en efficiëntie – maar ook een uitdaging, met online pestgedrag. “Dat bespreek ik in kringmomenten, zodat het niet als onderwijs aanvoelt. Dat er vandaag meer ruimte is voor emoties en dialoog, juich ik alleen maar toe.” Haar wensen voor de toekomst? “Geen lerarentekort, wachtlijsten en negatief beeld rond leerkrachten meer.” Ook hoopt Sophie hier snel vastbenoemd te worden. “Het is een van de mooiste beroepen die er bestaan.”
Stien Vleirick (23) uit Veurne/Brussel
GBS Regenboog in Molenbeek
Stien houdt van de combinatie stad-zee én van de uitdaging die lesgeven in Brussel met zich meebrengt. “Zo had ik vorig jaar geen enkele Nederlandstalige leerling – lees: veel uitbeelden en herhalen, maar des te groter de voldoening.” Naar oudere collega’s kijkt ze op. “Dat zijn onze mamaatjes, met tips over klasinrichting of gedragsproblemen. Op onze beurt brengen wij meer speelse werkvormen mee.” Tegenover digitalisering staat ze dubbel. “Ik ben nog steeds fan van het krijtbord; thuis zien kinderen al genoeg schermen. Door sociale media zijn ze ook veel mondiger geworden.” Daarnaast vreest Stien de nieuwe minimumdoelen die op tafel liggen. “Derde kleuterklassers die de Nijl weten liggen? Dat lijkt mij onwaarschijnlijk.” Eén huidige regel zou ze alvast schrappen. “Op verjaardagen horen chips en cola, geen appels en droge cake”, knipoogt ze. Ondanks de kansarmoede voelt Stien in Molenbeek veel warmte. “Op de laatste schooldag ga ik naar huis met twee valiezen vol cadeaus.”
Greet Warlop uit Koksijde
Gemeenteschool Koksijde
Greet staat sinds 1985 – toen krijtbordschrijven nog in de opleiding zat – voor de klas. “Ik begin aan mijn veertigste schooljaar en ik krijg nog steeds kriebels in mijn buik. De basis leggen bij kinderen, op deze unieke school in de duinen, is mijn lang leven.” Dé uitgelezen persoon dus om de evolutie te schetsen. “Kinderen zijn mondiger en moeilijker te prikkelen. Vandaag gaat ook alles in sneltreinvaart. Structuur en consequentie zijn daardoor vaak zoek.” Wie Greet kent, kent haar stokpaardje: spelling. “Creatief schrijven werd helaas belangrijker dan correct schrijven. Dt-fouten in lesvoorbereidingen? Dat breekt mijn hart. Ik hoop dat Zuhal Demir het niveau weer kan opkrikken.” Jonge collega’s kunnen ook rekenen op haar didactiek-skills. “Wij moesten onze lessen zelf uitwerken en nu staat alles al uitgeschreven. Omgekeerd zijn zij mijn IT-ruggensteun.” Drie jaar geleden koos Greet nog voor een nieuw hoofdstuk: de zorgklas. “Eén-op-één werken gaf me opnieuw energie.” En aan wie in 2027 haar plek inneemt: “Doe het met hart en ziel.”
Stephan Flamand (61) uit Oostduinkerke
Immaculata Instituut in De Panne
Meneer Flamand geeft al 37 jaar Frans en Spaans. Talen waren altijd zijn passie en brachten hem in het onderwijs. “Biologische tuinbouw zou nu mijn alternatieve carrière zijn, maar ik ben blij dat ik dit pad koos.” Hij zag vooral de mentaliteit veranderen. “Het duurt langer voor leerlingen en zelfs nieuwe collega’s engagement tonen. Waar school ooit op de tweede plaats stond, is dat vandaag vaak pas de derde.” Zelf blijft hij trouw aan zijn aanpak. “Je kan alles digitaliseren, maar is het altijd zinvol? Iedereen kan vlotjes opzoeken, maar velen hebben minder parate kennis. Zeker bij taalvakken merk je dat.” Ook over sociale media is Stephan kritisch. “Het slorpt tijd op en beïnvloedt het welzijn. Bij ons zijn gsm’s verboden, zodat ze weer écht leren communiceren. Al is dat ruzie maken en weer bijleggen – veel beter dan doelloos scrollen.” Toch blijft zijn blik hoopvol. “Klassiek leren komt terug.” Maar de beste les? Uitwisselingen. “Contact met andere culturen opent de geest, voor leerlingen én leerkrachten. Onbekend is onbemind.”
Pascale Dehouck (46) uit Veurne
Talentis Campus Engineering (VTI) in Veurne
Na 23 jaar telt Pascale nog steeds af naar 1 september. “De band met mijn leerlingen is onbeschrijfelijk.” Ze geeft godsdienst in de hogere jaren en pakt het respectvol maar gemoedelijk aan. Tegenover vroeger ziet ze plus- en minpunten. “Er is meer lesmateriaal, maar ook meer papierwerk, extra afleiding en druk door sociale media. De puberteit lijkt al in de eerste graad te beginnen.” Ook met de ouders wringt het weleens, hoewel dit vrij beperkt blijft. “Ze steunen hun kind – terecht – maar als het om beleefdheid gaat, kan het soms botsen. Opvoeding gebeurt thuis; de school vult enkel aan.” De werksfeer ervaart Pascale als warm en uniek. “Jonge leerkrachten brengen vernieuwing en wij bieden hen een klankbord.” Vooruitblikkend hoopt ze dat onderwijs praktijkgericht én persoonlijk blijft. “Corona toonde dat leerlingen nood hebben aan contact. Mijn gouden advies? Doe de job niet voor het verlof, maar om het verschil te maken in de toekomst van jongeren.”