We maken een ritje bij fiets- en gocartverhuur Rodeo in Koksijde, eentje doorheen het bedrijf. Toon Vandewalle (36) en partner Mieke Vermeesch (38) - ‘Akke’ en ‘Makke’ voor de vrienden - werken klokje rond, en dat 7 op 7 van de paasvakantie tot eind september. Ook in de winter sleutelen, schilderen en lassen ze verder in hun loods, waar ze trouwens naast wonen. Loopt het wel eens spaak in het hoogseizoen en wat zorgt ervoor dat ze het niet aftrappen?
Het gevoel van vrijheid
“Ik heb gestudeerd voor lasser en wou eigenlijk nooit in de zaak stappen. Ik heb mijn ouders te vaak moeten missen”, bekent Toon. “De nood om zelfstandig te worden was echter te hoog, dus ben ik er uiteindelijk toch ingerold en zijn we nu 15 jaar verder”, lacht hij. “Het is een lastige, maar supermooie job. Je werkt een half jaar in de buitenlucht en in vakantiesfeer, wat een gevoel van vrijheid geeft. De ander zes maand zijn we weliswaar bezig in onze loods, maar dat zorgt dan weer voor de nodige afwisseling. Alles stockeren, cabines schilderen, fietsen herstellen, gocarts lakken,… Ook in de winter zitten we dus niet stil. En zelfs de weinige vrije tijd die we hebben, breng ik het liefst door met onze twee dochters en zoon aan - jawel - onze cabine.”
De kleedkamer van Willy Sommers
“Slecht weer is de grootste spelbreker. Gelukkig kunnen we altijd rekenen op zeeklassen, fietsclubs, hotels en het oorlogstoerisme in Ieper, groepen die haast nooit annuleren. Daarnaast verhuren we 60 strandcabines, waarvoor er nu ellenlange wachtrijen zijn. Ik vind het niet leuk om mensen te moeten teleurstellen”, excuseert hij zich aan alle wachtende Westkusters. “Ondanks die populariteit loopt er hier ’s avonds wel geen kat meer. Ik mis de drukte van vroeger, toen de schoolvakanties van Wallonië en Vlaanderen nog gelijk liepen. Wat ik ook jammer vind, is dat we in onze sector geen flexi-jobbers mogen aanvaarden. Gelukkig werken Mieke en ik graag samen”, knipoogt Toon. “Ik kijk uit naar het hoogseizoen, en zeker naar de Lotto’s Muziekshow. Willy Sommers kleedde zich ooit eens om bij ons.”
