Voor de cover van onze familiespecial hoefden we niet lang te wroeten: de Mehuysjes uit Diksmuide lagen voor de hand. Op de boerderij van Boer Olivier gonst het van leven: kakelende kippen, statige koeien, dartelende honden en in de buggy wiegt mama Sabine (62) de jongste telg: Jean-Jacques, het zoontje van dochter Félicie (30). En terwijl vader Bart (62) en zoon Olivier (36) af en toe wegkijken naar het werk rondom hen, zie je precies waarom zij op deze cover thuishoren: vier aardige én harde werkers, soms met te veel hooi op de vork, maar altijd met beide voeten op de grond – of in dit geval met hun nek op de bieten.
Van mode naar mest
Een 24-jarige econoom die het veld in wilde? Dat had niemand zien aankomen. “Ik had elf jaar geleden ook nooit gedacht dat ik pasta zou uitbrengen”, lacht Olivier. “Maar dat is ondernemen: eens een andere richting inslaan. En dat was mij niet gelukt zonder mijn ouders en zus.” Félicie leidt al zes jaar de backoffice, na een modecarrière in Londen. “De waarden die ik daar miste, zoals duurzaamheid, vond ik terug in het verhaal van mijn broer.” Voor hun ouders kwam zo een stille droom uit. “We konden hem eerst moeilijk doorgronden, maar uiteindelijk wou hij ervoor gaan – op zijn manier.” Ook mama Sabine stapte in, toen ze haar jeugdherberg Del Huzo tijdens corona moest sluiten. “Onze andere zoon Matthieu, landschapsarchitect in het buitenland, legde voor mij een pluktuin aan.” En zo blijft de familiezaak groeien en bloeien, zeker sinds ook Sergio Herman fan is.
Ploegen én pixels
Ook van buitenaf waait er een nieuwe wind. “Sociale media helpen ons om burgers opnieuw te verbinden met het boerenleven”, zegt Olivier. Zijn vader Bart knikt, al ziet hij ook de keerzijde van de digitalisering. “Alles wordt geregistreerd, zelfs via satellieten en drones. Ook onderling praten boeren nu meer over formulieren dan over teelt. Een boer hoort op het veld, niet achter een laptop.” Daarnaast maakt het klimaat het werk steeds zwaarder. “Zo’n droog jaar als dit heb ik nog nooit meegemaakt. Daar is zelfs mijn jarenlange ervaring niet tegen opgewassen.” Intussen werkt Bart al een kwart van zijn carrière samen met zijn zoon. “In het begin was ik wat sceptisch over zijn innovaties. Een mobiele stal met maar driehonderd kippen? Maar tegen de stroom ingaan blijkt soms de juiste weg.”
Tussen biefstuk en brainstorm
Klanten vergissen zich weleens: Olivier en Félicie zijn dus géén koppel. “Als broer en zus botsen we soms, maar vijf minuten later vragen we alweer naar onze kinderen.” Hun verschil in geslacht werkt versterkend. “Wij vrouwen letten meer op details en gezelligheid. Als klanten spontaan hun borden beginnen stapelen, weten we dat ze zich hier thuis voelen. Het blijft wel een mannenwereld, dus ik ben blij dat ik bij mama mijn ei kwijt kan”, knipoogt Félicie. De lunch is hun vaste vergadermoment en op zondagavond schuiven ook de andere kinderen en partners aan voor biefstuk met friet. “Ik hoor graag hun mening, maar het liefst laat ik het dan even los”, geeft Olivier toe. En in de weinige tijd die overblijft? Dan trekken ze naar de strandcabine of genieten ze van een barbecue in de bloementuin. “Waarom weggaan als je paradijs hier ligt?”
De wortels van de toekomst
Toen Bart op zijn achttiende begon, was de boerderij vervallen en het land uitgeput. “Grond herstellen duurt een generatie.” Vandaag bouwen Olivier en Félicie verder aan die erfenis. “Hoewel wij ónze kinderen ook nooit zullen forceren. Ik weet nog goed hoe ik als kind papa moest gaan zoeken en niet eens doorhad dat er plots een nieuwe hangar stond. Was het anders geweest, dan hadden we er misschien een afkeer van gekregen”, deelt Félicie. Over hoe je als familiebedrijf sterk blijft, zijn ze het roerend eens. “Durf relativeren, stel elkaars werkwijzen in vraag en kijk buiten de dorpskern”, tipt Olivier. Werk en privé zullen weliswaar altijd in elkaar overvloeien. “Hier alle kleinkinderen zien rondlopen op woensdagnamiddag, dat is mijn grote droom”, glundert Sabine.